Als je kindje een kinderziekte heeft

Het is niet leuk als je kindje ziek is. Gelukkig is het meestal onschuldig. Maar van een kinderziekte kan je kindje behoorlijk last hebben. KindjeKlein zet alle kinderziektes voor je op een rij.

Wat zijn kinderziekten?

Bijna alle kinderen maken in de eerste twee jaar van hun leven één of meerdere kinderziektes door. Deze ziektes zijn zeer besmettelijk, waardoor kinderen de ziekte oplopen zodra ze ermee in contact komen. Op zich niet erg, want het vergroot hun weerstand. Bovendien hebben kinderen veel minder last van kinderziektes dan volwassenen die een kinderziekte oplopen. Hebben kindjes een kinderziekte eenmaal gehad, dan hebben ze antistoffen in hun lichaam. Daardoor zijn ze er levenslang immuun voor, voor de meeste althans.

Vaccinaties tegen ernstige kinderziektes

Sommige kinderziektes zijn ernstig en moeilijk te behandelen. Ze kunnen tot heftige complicaties leiden en kinderen kunnen er zelfs aan overlijden. Daarom heeft de overheid het Rijksvaccinatieprogramma ontwikkeld. Vanaf de leeftijd van twee maanden tot twaalf jaar krijgen kinderen dertien (jongens) of zestien (meisjes) prikken, de vaccinaties, verdeeld over meerdere fasen. Dankzij de inentingen worden kinderen immuun voor twaalf ernstige infectieziektes.

Kinderziektes niet in het Rijksvaccinatieprogramma

Kinderziektes in het Rijksvaccinatieprogramma

Meningokokken C

Ziekte: meningokokken worden veroorzaakt door de bacterie Neisseria meningitidis. Er bestaan meerdere groepen van deze bacterie, groep C is er één van.
Besmetting: via hoesten, niezen en soms zelfs via praten.
Ziekteverschijnselen: als een kind ziek wordt door meningokokken C, wordt het vaak heel snel ernstig ziek. Het heeft hoge koorts, spierpijn, koude rillingen, misselijkheid en braken, hoofdpijn, nekstijfheid. Een kind kan hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging krijgen. Aan deze ziekten kunnen kinderen overlijden. Ook doofheid en of leer- en gedragsproblemen komen voor. De verschijnselen bij zuigelingen zijn slecht drinken, grauw zien, slaperig zijn, prikkelbaarheid en onwillekeurige schokjes van het lichaam.
Vaccinatie: in de MenC-prik, die kindjes krijgen met veertien maanden.