Baby Slapen baby Je baby leert doorslapen
Hoewel baby’s veel slapen, moeten ze nog leren om lange tijd achter elkaar te slapen. Als ze net geboren zijn, slapen ze meestal een paar uur achter elkaar. Daarna is het weer tijd voor een voeding. Naarmate ze groeien en ouder worden, leren ze steeds langer achter elkaar te slapen.
Slapen en eten
Eigenlijk is het heel tegenstrijdig: een (pasgeboren) baby slaapt het grootste deel van de dag – 16 tot 18 uur – en toch krijgen de ouders weinig slaap. Dat komt omdat een baby ‘in stukjes’ slaapt: twee tot vier uur achter elkaar en daarna wordt hij wakker vanwege de honger. Logisch, want hij moet in de eerste drie tot zes maanden twee keer zo zwaar worden. Ook het verschil tussen dag en nacht begrijpt hij nog niet. En al helemaal niet dat zijn ouders op hun tandvlees lopen vanwege het slaapgebrek. Het goede nieuws: dat wordt – uiteindelijk – beter.
Nachtvoedingen en doorslapen
De nachtvoeding – of nachtvoedingen – duren meestal tot een paar maanden na de geboorte. Als baby’s tussen de 9 en 13 weken oud zijn, beginnen ze meestal met ’s nachts doorslapen. Let wel: dat is nog niet het klokje rond. Meestal krijgen kindjes op die leeftijd ’s avonds laat hun laatste voeding en worden ze ’s morgens vroeg weer wakker. Ze slapen dan een uur of vijf à zes achter elkaar. Voor ouders die gewend zijn maximaal drie uur achter elkaar te slapen, is dat al een hele verbetering. Helaas zijn er ook kindjes die meer tijd nodig hebben om door te slapen en een echt slaapritme aan te leren. Iedere baby is immers anders. Wat niet helpt, is je kindje overdag wakker houden met het idee dat hij dan ’s nachts lekker lang slaapt. Dat werkt juist averechts. Je baby raakt dan namelijk oververmoeid en valt dan helemaal niet meer in slaap. Hoe tegenstrijdig het ook klinkt: een uitgeruste baby slaapt beter dan een oververmoeide baby.
Verschil tussen dag en nacht
Het is belangrijk dat een baby leert dat er verschil is tussen de dag en de nacht. Een manier om dat aan te leren, is door het tijdens de nachtvoedingen niet te ‘gezellig’ te maken. Niet teveel praten, niet teveel licht aan tijdens de voeding. En alleen verschonen als het echt nodig is. Uiteindelijk zal hij begrijpen dat ’s nachts het moment is om langer achter elkaar te slapen. En dat hij overdag vaker wakker mag zijn.
Een andere manier om het verschil tussen dag en nacht duidelijk te maken, is licht en donker. Als je kind overdag slaapt, kun je de gordijnen open laten. ’s Nachts doe je ze dicht en maak je het donker.
Sommige baby’s slapen vooral overdag veel en zijn ’s nachts vaker wakker. Je kunt proberen dat ritme te doorbreken door je kindje overdag wakker te maken. Bijvoorbeeld door hem in een wipstoel te zetten en veel aandacht te geven. ’s Avonds rond 8 uur is een goed moment om hem in bad te doen. Daar worden kindjes lekker rozig van: klaar voor de (hopelijk) lange nacht. Een andere truc is je kindje (eventueel na het badje) een babymassage te geven. Ook daar worden kindjes lekker rustig van.
8 weken oud
Als je kindje twee maanden oud is, krijgt hij al een wat regelmatiger slaappatroon. Maar de hele nacht doorslapen is er waarschijnlijk nog niet bij. Hij slaapt nu ongeveer 14 tot 16 uur per etmaal en hij is overdag langer wakker dan ’s nachts. De meeste kindjes van deze leeftijd slapen overdag drie keer. Maar vergeet niet: dat verschilt per kindje. Sommige zijn echte slaapkoppen. Andere kindjes van deze leeftijd zijn juist vaker wakker dan gemiddeld. Hoe klein hij ook is, het is nu al van belang om vaste slaappatronen aan te houden. Bijvoorbeeld: slapen doet je baby in zijn eigen bedje, ’s nachts en overdag. Het is niet alleen rustgevend – rustiger dan in de box bijvoorbeeld – hij leert ook dat ‘bed’ slapen betekent.
Slaapjes aan elkaar knopen
Misschien heb je gemerkt dat je kindjes in porties van (ongeveer) 45 minuten slaapt. Een slaapje duurt dus 45 minuten, of twee keer zo lang of drie keer zo lang. De truc is dat je kindje leert om die porties aan elkaar te knopen. Het kan zijn dat je je kindje een beetje hoort jengelen of huilen na bijvoorbeeld anderhalf uur. Probeer eens af te wachten om te kijken of hij weer in slaap valt. Zo leert hij langer achter elkaar te slapen. Uiteraard moet je hem niet laten liggen als hij hard huilt of zelfs overstuur raakt. Dan heeft hij waarschijnlijk te veel honger om weer in slaap te vallen.
16 weken oud
Als je kindje ongeveer vier maanden oud is, slaapt hij ’s nachts ongeveer 9 tot 11 uur achter elkaar en overdag nog twee keer een paar uur. Lukte het hem eerst nog niet om zelf in slaap te vallen, nu lukt dat al dat steeds vaker. Hij heeft daar nog wel wat hulp bij nodig. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je je kindje wakker maar moe in bed legt. Tekenen dat je kind slaap heeft, zijn gapen, in de ogen wrijven, druk doen, dreinen, de oortjes pakken en rode wangen. Probeer het uur voordat je kindje naar bed gaat, geen drukke spelletjes meer met hem te doen. Dat bevordert de slaap meestal niet.
Het is goed als je je kind elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip naar bed brengt en dat je daar een vaste routine voor aanhoudt. Bijvoorbeeld verschonen, het pyjamaatje aan, een boekje voorlezen, in bed leggen, een muziekje aan, nog even aaien en dan weggaan. Ook belangrijk is dat je baby de ene keer en door papa en de andere keer door mama naar bed wordt gebracht. Hij moet leren dat jullie dat beiden doen en dat dat allebei prima is. Wel handig als jullie dezelfde routine aanhouden.
Als je baby huilt
Misschien huilt je kindje nog wat als hij in bed ligt. Hoe moeilijk dat voor jou ook is: huilen is niet erg. Als je zeker weet dat er niets ergs aan de hand is (pijn, te warm, te koud, een vieze luier, honger, ziek), kun je je kindje gerust even laten huilen en afwachten of hij in slaap valt. Wordt hij helemaal overstuur, dan kun je beter snel naar hem toegaan. Hij valt dan namelijk niet in slaap, integendeel. Probeer om hem te kalmeren zonder hem uit bed te halen. Voor sommige kindjes werkt het als je nog even in zijn kamertje wat rommelt of de deur openlaat en wat geluid maakt. Hij weet dan dat je in de buurt bent en dat is geruststellend. Een andere truc is een T-shirt met jouw lichaamsgeur in zijn bedje leggen. Let er wel op dat hij zich er niet in kan verstrikken.
Kan je kindje al omrollen en zich verplaatsen? Dan is een slaapzakje waarschijnlijk een goed idee. Door te rollen kan hij zich namelijk onder de dekens vandaan woelen en wordt hij wakker van de kou.
Mama is moe
Er zijn moeders die fluitend maandenlang nachtvoeding geven, maar de meesten gaat het slaapgebrek niet in de koude kleren zitten. Gelukkig krijg je wel wat hulp van de natuur. Zo kun je erop vertrouwen dat je ’s nachts wakker wordt zodra je kindje huilt. Dat is een soort ingebakken alarmsysteem. Ga dus vooral niet wakker liggen en wachten tot je kindje voor een voeding komt, maar maak gebruik van de uren dat hij slaapt. Een ander hulpmiddel is die van de hormonen. Tenminste, als je borstvoeding geeft. Je hormonen zorgen er namelijk voor dat je slaappatroon zich aan die van de baby aanpast. Bovendien helpen ze je om na de nachtvoeding weer snel in slaap te vallen. Iedere ouder krijgt er vroeg of laat wel mee te maken: vermoeidheid.
Als slapen niet lukt
Als je baby veel huilt in bed, onrustig is en zichzelf wakker maait met zijn armpjes, kun je proberen hem in te bakeren.
Een andere truc is wiegen. Toen je baby nog in je buik zat, werd hij in slaap gewiegd door jouw bewegingen. Het kan helpen om je kindje op de arm te nemen en zachtjes heen en weer te wiegen. Ook muziek kan rustgevend werken. Blijft slapen lastig? Probeer toch vast te houden aan rituelen en patronen. Misschien heeft jouw kindje wat meer tijd nodig om het (door)slapen onder de knie te krijgen. Zorg wel dat je zeker weet dat er geen andere oorzaken zijn. Vertrouw je het niet, aarzel dan niet om de huisarts te bellen. Voor slaaptips kun je terecht bij het consultatiebureau.