Tips: Fotografeer en maak mooiere foto's van je kleinkind

Als je kleinkind bij je logeert, heb je alle gelegenheid om er mooie foto’s van te maken. Doen, want ze zijn maar kort zo klein. Hier een paar tips voor mooiere foto’s.

Kinderen bewegen voortdurend. Het is lastig om daar mooie foto’s van te maken. Neem er dan ook ruim de tijd voor. Laat ze hun gang gaan en binnen de kortste keren hebben ze niet eens meer door dat jij met je camera bezig bent. Belangrijkste tip: Heb geduld.

Staat je kleinkind er prachtig op, is de achtergrond erg rommelig. Kies de juiste plaats om te staan of zitten met je camera. Let op een rustige achtergrond of stel de scherpte in op je kind, waardoor de achtergrond wazig wordt.

Fotografeer het liefst niet tegen het licht in. Met je rug naar de zon is ook niet aan te raden. Je kleinkind staat dan met dichtgeknepen ogen op de foto. Licht van opzij is het beste.

Als je altijd rechtop staat bij het fotograferen, kijkt je kleinkind steeds naar je op. Ga eens op je knieën of je hurken zitten. Ga desnoods liggen. Hierdoor krijg je heel andere foto’s.

Als je met je camera heel dichtbij komt, leidt dat je kleinkind af. Bovendien krijg je dan een vertekend beeld: het hoofd wordt bijvoorbeeld heel groot ten opzichte van de rest van het lichaam. Neem wat afstand en zoom in. Zo kun je veel rustiger en ongemerkt je gang gaan. Stel bij inzoomen scherp op de ogen. Het kan een fraaie foto opleveren als die scherp zijn terwijl de rest van het gezicht wazig is. Je kunt ook close-ups maken van alleen een handje of voetje.

Als je kleinkind wat ouder is, krijgt het door wat jij met die camera aan het doen bent. Geposeerde foto’s zijn doorgaans niet zo interessant. Maak juist foto’s tijdens een activiteit: schilderen, spelen met de hond of het konijn, bellenblazen, vingerverven, een verkleedpartij of een bezoek aan speeltuin, dierentuin of zwembad. Neem ook hier weer de tijd zodat je kleinkind vergeet dat je foto’s maakt.

Gebruik van de flitser levert niet altijd de mooiste foto’s op. De kleuren zijn minder fraai en kinderen - vooral baby’s - kunnen schrikken als je flitst. Buitenlicht blijft toch het mooist. Zoek een plaats in de schaduw of fotografeer in de ochtend of de namiddag. Moet je wel binnen fotograferen? Schakel dan de flits uit en verhoog de ISO naar 400, 800 of 1600.

Door juiste achtergrondkleuren krijg je warmte op je beeld. Maar let ook op de omgevingstemperatuur als je een baby fotografeert. Zorg voor prettige warmte bij de badfoto’s. De baby voelt zich dan beter op zijn gemak. En dat zie je terug op de foto’s.

Stap eens naast de platgetreden paden en kies een verrassende hoek om foto’s te maken. Of fotografeer niet het hele gezicht maar alleen een deel ervan. Verras jezelf en anderen met je experimenten.

Eigenlijk een nodeloze tip: bewaar je foto’s goed gearchiveerd en maak er back-ups van. Nog beter: deel ze met anderen. Dat kan in een fotoboekje, op een mok, op een T-shirt, op een puzzel, op behangpapier, op placemats en op tal van andere beelddragers.