Borstvoeding goed aanleggen aan je borst

   Baby    Borstvoeding en fles    Borst goed aanleggen

Neem je baby zo in de armen dat je buik tegen buik ligt met je baby. Je vingers bevinden zich minimaal 3 tot 4 cm achter de tepelaanzet en je duim zit aan de bovenkant van je borst. Je kunt je borst eventueel optillen zodat de tepel zich recht voor je baby’s mondje bevindt. Eventueel kun je jouw arm naar de borst bewegen als de baby zijn mondje openheeft zodat je baby de tepel en een gedeelte van de tepelhof goed in de mond neemt. Het is normaal dat het neusje van de baby tegen de borst ligt. Wel moet je natuurlijk opletten dat je baby goed kan ademen.

Probeer zo min mogelijk de huid van je borst in te drukken, wanneer je denkt dat je kindje geen lucht kan krijgen. Die druk kan een borstontsteking veroorzaken, omdat je een melkkanaaltje dicht drukt. Zorg ervoor dat je steeds ontspannen zit of ligt. Wanneer je de baby van de borst af wilt halen doe je dit door je pink in de hoek van het mondje het vacuüm te laten verbreken. In het begin kan het lastig zijn om je baby goed aan te leggen. Wanneer je kindje de borst niet goed pakt, moet je je baby van je borst halen en het opnieuw proberen. Als jouw kindje goed aan de borst ligt, heeft hij jouw hele tepel en een deel van je tepelhof in zijn mondje. Wanneer jouw kindje je borst niet goed pakt, kun je hier tepelkloven van krijgen. Borstvoeding mag geen pijn doen! Goed aanleggen voorkomt problemen zoals pijnlijke of beschadigde tepels.

Hygiëne

Was je handen voor elke voeding met water en (desinfecterende) zeep. Je borsten kun je eventueel met een nat washandje wassen. Gebruik hierbij geen zeep of andere desinfecterende producten. Dit schaadt de tepel.

Borstvoeding mag geen pijn doen

eerste keer borstvoeding na je bevalling

Goed aanleggen voorkomt problemen zoals pijnlijke of beschadigde tepels. Baby's die niet goed zijn aangelegd, kunnen de borst niet goed leegdrinken waardoor onvoldoende nieuwe melk wordt gemaakt. Je baby is dan niet alleen ontevreden na een voeding, maar ook je melkproductie loopt terug. De voedingen verlopen erg onrustig als je baby niet goed is aangelegd en soms duren ze erg lang, langer dan een half uur per borst. Vooral pasgeboren baby's die niet goed aangelegd zijn, verliezen soms interesse in de borst en vallen, om zichzelf te beschermen, in slaap. Ook problemen zoals stuwing, verstopte melkkanaaltjes of borstontstekingen kunnen het gevolg zijn van niet goed aanleggen.

Het is belangrijk telkens in een comfortabele houding te voeden. In de eerste week zullen jullie vooral aan elkaar moeten wennen, dat is best spannend en je zult je willen concentreren op het goed aanleggen. Dit gaat het best als je rechtop zit, omdat je dan mooi kunt zien hoe je baby hapt. Als dit goed gaat, kan je andere voedingshoudingen leren. Zoals liggend voeden. Liggend voeden is handig omdat je dan 's nachts zonder al te veel inspanningen je baby kunt aanleggen. Ook als je overdag een rustmoment nodig hebt, kun je tijdens het voeden zelf gaan liggen en rusten.

Veel moeders ervaren de eerste keren aanleggen als gevoelig. Het eerste aanleggen en het zuigen van je baby kan inderdaad even een intense ervaring zijn. Dit gevoel verdwijnt meestal na een paar keer zuigen. Het is tijdelijk en verdwijnt zodra je tepel en je borst gewend zijn aan het zuigen en oprekken. Je tepel is verbazingwekkend elastisch en zal tijdens het voeden twee- tot driemaal zo lang worden. Gelukkig is hij hier speciaal voor ontworpen en tijdens de zwangerschap op een natuurlijke manier voorbereid op deze taak.

Bronnen

*Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes en Mary Broekhuijsen.

*Kenniscentrum Borstvoeding, biedt een keur aan informatie over borstvoeding, samengesteld door borstvoedingsdeskundigen en moeders met borstvoedingervaring. Kijk op borstvoeding.com