Boertjes laten baby: het hoe en waarom

“Hij moet eerst nog even een boertje laten.” Dit hoor je standaard nadat je baby heeft gedronken. Maar waarom is dat eigenlijk? Hoe laat je je baby een boertje doen? En wat als dat boertje maar niet wil komen?

Als een baby drinkt, komt er meestal ook wat lucht mee zijn maag in. Dit heeft verschillende oorzaken. Een pasgeboren baby kan het nog moeilijk vinden om te slikken en ademen tegelijkertijd. Hierdoor kan hij lucht meehappen. Ook kan je baby moeite hebben met het aanhappen en goed vacuüm zuigen van de fles of borst waardoor er lucht meekomt.

De lucht die hierdoor in de maag zit, moet eruit. Anders kan het erg pijnlijk zijn voor je kindje. Als de lucht er niet uitkomt met een boertje, kan het later ook krampjes in de buik geven. Lucht in de maag geeft bovendien sneller een vol gevoel, waardoor je baby misschien eerder stopt met drinken terwijl hij toch eigenlijk nog niet genoeg heeft gedronken.

Je kunt je baby een boertje laten doen aan het einde van de voeding. Je kunt dit ook tussendoor al een keer doen, bijvoorbeeld als je merkt dat je baby ineens onrustig is en niet meer lekker drinkt. Vaak hoor je tijdens het drinken ook al wel of je baby veel lucht meehapt of niet.

De meest bekende houding om je baby te laten boeren, is hem op je schouder nemen. Zorg er hierbij voor dat hij genoeg ruimte heeft om de lucht kwijt te kunnen. Dat houdt in dat hij niet helemaal dubbelgevouwen op je schouder hangt en ook dat zijn neus en mond vrij zijn.

Een andere handige houding is je baby op je schoot zetten met zijn lichaam naar de zijkant gericht. Ondersteun vervolgens met een hand zijn hoofdje en geef daarbij enige ruimte aan de slokdarm door het hoofdje een beetje naar boven te richten. De andere hand heb je dan vrij om over zijn rug te wrijven of er op te kloppen.

Je kunt je baby ook recht voor je op schoot zetten en onder zijn oksels ondersteunen. Door de armpjes een beetje naar boven te duwen, ontstaat er ook al meer ruimte voor de lucht om naar boven te komen. Let er dan wel op dat zijn hoofdje niet helemaal omlaag op zijn borst hangt, want dat maakt het boeren weer moeilijker.

Voor het boeren maakt het niet uit of je baby aan de borst of uit een fles drinkt. Lucht meehappen kan altijd gebeuren en dus is het beter om na beide soorten voeding even de tijd te nemen voor het boertje. Soms moet je geduld hebben voordat het komt, maar je hoeft ook weer niet eindeloos te wachten.

Tijdens een nachtvoeding bijvoorbeeld kan je baby direct weer in diepe slaap zijn na het drinken. Je kunt hem dan even omhoog houden of een beetje naar voren en achteren bewegen, maar als er niks komt kun je hem gewoon in zijn bedje leggen. Als er echt nog lucht dwarszit dan zul je dat vanzelf wel merken aan je kindje, doordat het gaat huilen of onrustig wordt.

Sommige kindjes kunnen erg last hebben van lucht in de maag en darmpjes. De volgende tips kunnen dan helpen:

• Zorg ervoor dat het hoofdje van je baby recht ten opzichte van zijn lichaam ligt tijdens het drinken, waardoor ook de slokdarm zo recht mogelijk is.
• Laat je baby na het drinken nog even op je arm liggen. Houd hem desnoods iets schuiner met het hoofdje wat hoger.
• Ook tijdens het drinken kan het helpen om je baby iets schuiner te houden, met het hoofd hoger dan de rest.
• Zorg ervoor dat je kindje goed aanhapt of goed de fles pakt. Vacuüm en met gekrulde lippen en de tong onder de tepel of speen.
• Merk je dat je kindje erg onrustig is tijdens het drinken, bijvoorbeeld doordat het flink hongerig is of net heeft gehuild, stop dan even met voeden en kalmeer hem eerst. Een blije relaxte baby drinkt tenslotte rustiger dan een boze of verdrietige.
• Als je kunstvoeding direct voor het geven maakt, roer dan het poeder door het water in plaats van te schudden. Schudden geeft veel luchtbelletjes in de melk.
• Houdt je kindje last van veel lucht, dan zijn er ook middeltjes verkrijgbaar bij de apotheek of drogist die de lucht in de maag en buik binden. Hierdoor gaat de lucht makkelijker weer uit het lichaam en hoopt zich niet op.