Tussendoorspelletjes met je kleinkind

In de trein? Aan tafel? Op een bankje in het park? In de auto? Dit zijn van die handige spelletjes (bijna) zonder materiaal waarmee je de stemming erin houdt.

Dit spel is het leukst in een groep vanaf vier kleinkinderen. Opa geeft commando’s en doet de bewegingen voor:

• Pinkelen: met de wijsvingers op de tafelrand trommelen
• Hol: de handen open op tafel leggen
• Bol: de handen bol op tafel leggen
• Plat: de handen plat op tafel leggen

De kinderen mogen de commando’s alleen uitvoeren als opa er ‘Commando’ voor zegt. Bij ‘Commando pinkelen’ mag iedereen pinkelen, wie bij ‘Pinkelen’ aan het pinkelen gaat, is af. Natuurlijk probeert opa zijn kleinkinderen in de war te brengen door bijvoorbeeld zijn handen plat op tafel te leggen nadat hij ‘Plat’ heeft gezegd.

Teken een voorwerp op een papier. Je kleinkind moet raden wat het is. Wil je het spannender maken? Neem dan de tijd op.

Probeer de huls van een luciferdoosje door te geven zonder je handen te gebruiken. Best lastig met verschillende formaten neuzen. Wat ook kan: een euromunt doorgeven die je in een wasknijper hebt geklemd terwijl je die wasknijper in je mond houdt. Je kleinkind heeft ook een knijper in de mond en moet de munt zo aanpakken. En weer doorgeven natuurlijk.

Leg tien voorwerpen bij elkaar op tafel. Je kleinkind moet heel goed naar de voorwerpen kijken en daarna de ogen sluiten. Haal een voorwerp weg en laat je kleinkind kijken welk voorwerp ontbreekt. Maak het moeilijker met meer voorwerpen.
Wat ook kan: bekijk de voorwerpen een minuut en noem dan met je ogen dicht zo veel mogelijk voorwerpen op.

Tel af en steek tegelijkertijd je hand uit. Die hand heeft de vorm van een steen (je vuist), een schaar (twee gespreide vingers) of een papier (je vlakke hand).
- De steen wint van de schaar want hij maakt de schaar bot.
- Het papier wint van de steen want papier pakt de steen in.
- De schaar wint van het papier want de schaar verknipt het papier.
Je kunt tellen wie het eerst (bijvoorbeeld) vijf keer gewonnen heeft.

Tik met een voorwerp op tafel een liedje. Je kleinkind probeert te raden welk liedje het is en geeft jou daarna een liedjesraadsel op.

Laat je kleinkind met de rechterarm dicht bij een muur staan en geef de opdracht om de hand van die arm zo hard mogelijk tegen de muur te drukken. Laat je kleinkind dat twintig tellen volhouden. Als het daarna een kwartslag draait, gaat de hand ‘vanzelf’ omhoog.

Vouw een velletje papier twee of drie keer en knip de hoekjes eraf. Bij openvouwen ziet je kleinkind de mooiste patronen. Geeft wel wat snippers…