Reflux bij je baby

De meeste pasgeborenen geven af en toe een mondje melk terug na de voeding. Soms hebben ze teveel aan melk uit je borst of uit een flesje gezogen waardoor er langs zijn of haar mondhoekje weer wat melk uit kan lopen. Dat het kindje een beetje melk teruggeeft is normaal, tenzij de baby er last van heeft. Dan kan hij of zij last hebben van reflux.

Reflux is het terugstromen van de maaginhoud in de slokdarm. Dat komt meestal doordat de sluitspier tussen de slokdarm en de maag bij baby's nog niet volledig ontwikkeld is. In de loop van het eerste levensjaar zal de sluitspier zich verder ontwikkelen. In de meeste gevallen verminderen en verdwijnen de klachten dus vanzelf weer.

Wat zijn de kenmerken van reflux, hoe kan je het herkennen? Sommige baby’tjes geven veel meer melk terug na een voeding dan kleine mondjes melk. Soms gaat het gepaard met flink braken, waar andere baby's juist geen melk uitspugen, maar herkauwen of hikken na elke voeding. Soms weigeren ze zelfs te drinken.

Ook zijn er baby's die zich voortdurend overstrekken, verdrietig en ontroostbaar zijn of moeilijk in slaap kunnen komen, omdat ze last krijgen wanneer ze gaan liggen. Dit kan soms zelfs uren na de voeding nog optreden. Gebeurt dit teruggeven, wegslikken, hikken en overstrekken dagelijks en heeft je kindje er last van, dan zou het best wel eens kunnen, dat je baby last heeft van reflux.

Voeding die we doorslikken komt in de slokdarm terecht. De slokdarm is een gespierde buis tussen de mondholte en de maag. De spieren in de wand van de slokdarm zorgen ervoor dat het voedsel naar de maag wordt vervoerd. De sluitspier die tussen de overgang van de slokdarm naar de maag zit heet sfincter en zorgt ervoor dat de maaginhoud niet in de slokdarm terecht komt.

Bij reflux komt een deel van de voeding vanuit de maag teruggevloeid in de slokdarm. Dat geeft een branderig gevoel, omdat de voeding vermengd is met maagzuur. Reflux kan zeer pijnlijk zijn voor de baby. Minder voorkomende oorzaken van reflux bij baby's zijn chronische verstopping, voedselallergie (bijvoorbeeld koemelkallergie) of een vernauwing in de slokdarm.

Er zijn twee soorten reflux, gewone reflux en verborgen reflux. Bij gewone reflux spuugt de baby met regelmaat de voeding er weer uit. Dat is heel vervelend en kan gepaard gaan met huilen, overstrekken en ontroostbaar zijn.

Bij verborgen reflux komt de maaginhoud omhoog maar de baby spuugt niet. De maaginhoud kom wel in de keel terecht maar zakt daarna weer terug. Vaak zie je dan dat de baby gaat herkauwen en slikken om het weer te laten zakken.

Vaak kun je zelf de pijnklachten bij je kindje behoorlijk verminderen door de volgende maatregelen.

• Je kindje tijdens het voeden goed ondersteunen en een beetje rechtop zetten. Dat zorgt ervoor dat de voeding niet snel omhoog komt.
• Zorg dat je kindje na elke voeding goed boert. Ook tussendoor even boeren kan goed helpen.
• Wanneer je borstvoeding geeft en een sterke toeschietreflex hebt, komt de melk er met hoge druk uit, waardoor het te snel gaat. Dan kun je overwegen om de toeschietreflex zelf op te wekken en een beetje melk af te tappen voordat je je kindje aanlegt.
• Geef je voeding uit een flesje, zorg dan voor een juiste speen. Wanneer er teveel gaatjes in de speen zitten of het drinkgat te groot is gaat het drinken misschien te snel of te gulzig waardoor het sneller terugkomt. Er bestaan ook spenen met een variabele opening. Dan draai je je speen eerst zo dat de kleine opening gebruikt wordt en naarmate je baby minder gulzig drinkt, de opening juist wat wijder.
• Bied je kindje desnoods meerdere kleine voedingen aan per dag dan ineens een grote voeding. Het maagje kan de kleine porties beter aan en verteren.
• Na elke voeding je kindje een half uurtje rechtop houden zodat de voeding goed kan zakken en niet gelijk terugvloeit.
• Verschoon de luier van je baby het liefst voor elke voeding. Zodra je kindje direct na de voeding gaat liggen kan de voeding weer omhoog komen en als je de beentjes omhoog doet met verschonen, kan dat op het maagje drukken.
• Zet het bedje aan het hoofdeinde een heel klein beetje hoger. Zo ligt je baby niet helemaal plat en komt de voeding niet zo snel omhoog.
• Ga niet zelf experimenteren met medicatie of andere voeding. Overleg altijd met je (kinder)arts. Die kan de situatie goed inschatten en de juiste adviezen, tips en behandeling geven.

Gebruik bovenstaande tips altijd alleen in overleg met je (kinder)arts of verloskundige en ga niet zelf experimenteren!